Patrick-Danielle.reismee.nl

Dag oranjeharige knuffelbeer en andere verre familieleden

Joehoe, we gaan vandaag naar de Orang Oetangs...... euh hopen we. We gaan met de bus te gaan en na wat rondzoeken en samenwerkin met een Engels meisje vinden we ook deze bus nog ook. In de bus is het niet druk, Totaal 6 mensen, die naar Semenggo Wildlife Rehabilitation centre gaan. Het was een centrum, waar Orang Oetangs worden opgevangen, wanneer ze wees of gewond zin geraakt. Hier kunnen ze herstellen, opgroeien en weer voorbereid worden om terug naar de natuur te gaan. Dat teruggaan naar de natuur gaat in stapjes. De apen worden losgelaten, maar kunnen bij het wildlifecentre nog komen eten. Afhankelijk van hun vrijheidsdrang en de aanwezigheid van voedsel in de natuur, melden ze zich met enige regelmaat bij de voederplaatsen. Het centre was zo succesvol dat er inmiddels eigenlijk te veel apen in het wild zijn losgelaten in verhouding tot de oppervlakte oerwoud die ze tot hun beschikking hebben. Door ontbossing zijn in plaats van één groot oerwoud, allemaal kleinere stukken ontstaan. Om te voorkomen dat het overbevolkt raakt, is de opvang verplaatst en wordt hier de populatie met wat hulp van de mens (die over het algemeen ook het probleem veroorzaakt hebben) in stand gehouden. Uiteraard maakt men gebruik van de mogelijkheid om onderzoek te doen naar deze prachtige dieren.

Omdat er op dit moment niet veel fruit in het bos is, zouden er nu veel apen naar de voederplatforms komen. We denken dat het rustig is, omdat we daar in eerste instantie met 6 personen rondlopen. Echter, tegen de tijd dat de voederplaatsen open gaan voor publiek, zijn er diverse busjes gelost met mensen en is het toch best druk. Om exact 9:00 uur mogen we het laatste stukje lopen en hebben we mooi zicht op de voederplaatsen, waar inmiddels een medewerker Tarzan nadoet, om dat apen te roepen. Echter, de afgelopen nacht heeft het gestormd en de apen zitten daarom diep in het oerwoud en helaas hebben ze nog niet zoveel sjoege om te komen eten.

Dus we staan daar ongeveer drie kwartier naar een lege voederplaats te kijken en van armoe maken de meeste mensen maar een foto van de eekhoorn die stiekem van de banaantjes komt snoepen. Kinderen zijn inmiddels niet meer stil te houden, sommige bezoekers zijn alweer vertrokken en ik ben in mijn hoofd aan het beredeneren dat het eigenlijk ook geen drol kost (tja, we blijven Nederlanders), dus ik hoef niet zo teleurgesteld te zijn. Maar.... Dan kondigen de medewerkers aan, dat er toch drie apen zijn gesignaleerd, maar bij de kleinere voederplaatsen bij het infocentrum. Dus hup, de hele bups daarheen over het smalle bospaadje. En ja hoor..... daar zijn ze. Een jonge orang oetang die rond slingert en af en toe een stuk fruit komt halen en een mama oerang oetang met haar 1-jarig jong. De oe's en aa's klinken om ons heen, het is dan ook een heel schattig tafereel. Mama die eten gaat halen en de jonge die het weer bij mama zowat uit haar mond haalt. Teleurstelling weg, weer helemaal satisfied. Patrick schiet het ene mooie plaatje na het andere. Hij heeft een grote lens op staan, maar de apen zijn bijna te dichtbij om die te gebruiken. Echt, ze zitten op een paar meter afstand, dus ik steek mijn verrekijker maar weer weg. We moeten er wel opletten dat de jongvolwassen aap zich niet boven ons bevindt, want dan gaat hij met takken gooien. De medewerkers melden dat waarschijnlijk vanmiddag wel veel meer apen komen (tenminste als het niet regent) en het kaartje is de hele dag geldig, maar tussen door gaat het centrum wel een paar uur dicht. Patrick en ik twijfelen wat we gaan doen. Ondanks dat het er niet veel waren, ben ik erg blij met hetgeen er was. We besluiten om geen vijf uur te wachten en gaan naar de bushalte. Degene met wie we gekomen waren, zijn net weg met een gezamenlijk busje, dus we zitten met z'n tweetjes. De buschauffeur had aangegeven dat hij om 11:00 uur terug zou zijn, maarom 11:00 uur is er geen bus. Maar... in Azië is men vaak wat minder van de klok dan in Nederland. Dus we wachten geduldig, en we wachten geduldig en tegen kwart voor twaalf, denken we dat ons busje niet meer komt. Binnen het park moet je ongeveer 1,3 km lopen en je kunt dan ook meerijden met een busje. De chauffeur van dit busje biedt ons aan om ons naar het volgende dorp te brengen voor € 0,25 per persoon, daar komen meer bussen. Tja voor zo'n bedrag gaan we geen 2,5 km lopen. Dus hup busje in, afgezet in Kota Padawam (Bazaar mile 10). Daar gaan we bij de bushalte zitten en we zien wel of er een bus komt, want busschema's kennen ze hier niet zo. Op een gegeven moment stop een klein busje, die we wel eerder hebben zien rijden, maar we weten niet of dit nu ook openbare bussen zijn of soort taxi's, maar we besluiten maar mee te gaan, dan zijn we tenminste weer op weg. Het blijkt toch ook een soort openbaar vervoer te zijn. Voor een paar centen zijn we weer terug. We staan later toevallig bij het visitor centre en horen dat iemand anders uitgelegd krijgt hoe hij naar het wildlifecentre kan. Het kan met een georganiseerde tour, met de taxi of met de bus: 'it's very easy to go by public bus' Jip, terug is wat lastiger, maar och, dat lukt ook hoor.

's Avonds gaan we eten bij TopSpot, een seafood court. Een grote parkeergarage met op het dak (half overdekt met tenten) een foodcourt. We moesten ff zoeken, want ik had niet gedacht dat het bovenop een parkeergarage was, maar dat de neonverlichting op het dak enkel reclame was. Maar het is de moeite waard. Wederom een aantal stalletjes, deze keer met voornamelijk seafood. Het ziet er allemaal even lekker uit. Elk stalletje heeft zijn eigen tafels. Het zijn erg grote tafels, waar je gemakkelijk met 15 man aan kunt zitten. Omdat veel tafels vol komen te zitten, lijkt het ook een enorme vreetschuur. We kiezen de laatste kar uit om iets te eten. Je kunt alles bestellen in grote, middel of kleine porties en het meeste moet afgerekend worden op basis van het aantal gram. Patrick laat het aan mij om wat eetbaars uit te zoeken. Ik besluit voor de kleine porties te gaan en neem: wat paksoi, wat midin (ljkt het meest op groene asperges)), paar garnalen, beetje kip en nasi en nog een oesterpannenkoek uit nieuwsgierigheid en als extra hapje. Oeps, soms kunnen we ons zo vergissen in de hoeveelheden. De kleine porties zijn hier meer dan voldoende om met twee personen van te eten. Ik had net zo goed de helft kunnen bestellen. Patrick denkt dat we vanavond flink duurder uit zullen zijn, dat klopt. Vanavond zijn we wel € 20 kwijt voor ons twee, in plaats van de gebruikelijke € 5 - € 10. Echt, uit eten is hier zo lekker en belachelijk goedkoop. Zoals eerder gezegd, zijn we vaak het meeste geld kwijt aan het bier dat we erbij drinken.

Het is alweer maandag, we zijn al een week weg. Vandaag gaan we naar Bako NP. Ook vandaag weer met de bus mee, daarna met een bootje. Als we aankomen, zie ik mensen door het water waden om aan land te gaan. Oo, daar had ik niet opgerekend, maar inderdaad schoentjes, sokjes uit en stukje door de zee (waarvoor ze enkele minuten daarvoor nog gewaarschuwd hadden dat er krokodillen zitten). We zien gelijk ons eerste wild: makaken. Dit zijn erg brutale, niet schuwe apen, die graag rond het parkingang hangen, omdat daar een soort cafetaria, kamers en parkoffice is, dus eten.....Ze zijn zo brutaal dat ze het eten gewoon van tafel graaien, prullenbakken op z'n kop zetten en het liefst je rugzak plunderen. We registreren ons en gaan een wandeling maken. We gaan eerst de Telok Paku trail doen. Een korte wandeling naar een strandje waar je Proboscis apen zou kunnen zien. Het is maar 800 meter, maar het infobord geeft aan dat je er een drie kwartier over gaat doen. Dat lijkt ons lang. We doen er inderdaad ook korter over, maar het lopen gaat hier wel moeizamer dan verwacht. Enderzijds zijn het geen vlakke paden. Het is flink klim- en klauterwerk (dat maakt me meestal weinig uit, maar naar beneden toe ben ik nooit zo'n held), maar wat ons compleet verrast: het zweet gutst eruit. Tuurlijk weet ik dat het warm is en dat een tropisch regenwoud vochtig is, maar dit had ik niet kunnen bedenken. Ik zweet sowieso al weinig, maar hier.... Het drupt gewoon van mijn neus af. Nog nooit meegemaakt. Bij Patrick is het nog erger. Het ljkt alsof iemand hem heeft natgespoten met de tuinslang, zo nat is zijn shirt. De zakdoek, waarmee hij z'n hoofd afpoetst, kan letterlijk uitgewrongen worden. Zodra je het woud uit bent en in de zon komt, is het warmer, maar zweet je meteen minder snel en droog je wat op. Maar als het woud weer in gaat, lijkt het koeler, maar het vocht stroomt uit je lijf. Ala, als je wat wilt zien, moet je er wat voor over hebben, toch?

Helaas treffen op het stand onze aapjes niet, maar eigenlijk had ik het ook niet echt verwacht. We weten dat je dan meer in de schemer 's morgens of 's avonds moet zijn. De meeste wandelaars zoeken de kleine strandjes op die met korte (maar niet minder zware) wandelingen zijn te bereiken. Wij besluiten een ronde te wandelen van ongeveer 6 km. Normaal gezien stelt zo'n afstand niet veel voor, maar het is behoorlijk zwaar. Onderweg zien we weinig dieren, maar wel de verschillende soorten vegetatie van het park, waaronder verschillende soorten vleesetende planten. Aan het eind van onze wandeling, horen we ineens geruis in de boomtoppen, dus we speuren deze af en ja hoor, toch nog apen voor ons. Niet de neusapen, maar de Silver-leaf monkey: een zilvergrijze aap, wat groter dan de makaak met een hele lange staart. Omdat ze in de boomtoppen zitten, kunnen we ze maar moeilijk zien. Langszaam komen ze zelf dichterbij, dus beter zichtbaar, maar ze grommen ook naar ons. Dus we zijn voorzichting en nemen toch maar meer afstand, dan maar minder goed zicht.

Als we weer bij het cafetaria komen, kunnen we uiteraard nog volop genieten van de hondsbrutale makaken. Na wat gedronken te hebben, lopen we nog even terug naar de plek waar we de monkeys in de boom zagen, maar helaas vinden we ze niet meer, maar verrassing als we weer teruglopen, zien we wel wilde zwijnen (Bornean bearded wild pig). Een groot mannetje en een aantal wat kleinere vrouwtjes. Uiteindelijk hebben we meer wild gezien, dan we halverwege de dag hadden verwacht.

Eenmaal terug in Kuching, proberen we de juiste informatie te verzamelen voor de volgende dag. We willen naar Sibu met de boot (dat zal geen probleem zijn), Daarna willen we gelijk door naar Kapit over de rivier Batang Rejang (hopelijk lukt het, maar altijd nog afwachten of dat zo snel gaat). In Kapit hopen we Longhouses te zien. Bezoeken hoeft niet per se, maar we willen wel de oorspronkelijke bewoning zien, die in heel Borneo nog voorkomt. Daarna door naar Belaga, maar of dat gaat lukken??? We hebben nog niemand gesproken, die dit gedaan heeft en op internet vinden we wat verhalen, dat het mogelijk zou moeten zijn, maar dat het niet altijd lukt. We zullen zien. We gaan morgen het malaria gebied in dus we hebben de pillenstrip te voorschijn gehaald.

Selamat Jalan!

Reacties

Reacties

Linda

He Daan en Patrick, het is superleuk om jullie verhalen te lezen en op afstand mee te reizen.. Ik hoop deze week nog iets te lezen en dan moet ik het helaas twee weekjes missen omdat we dan zelf heeeel avontuurlijk gaan kamperen in ons eigen kikkerlandje! Maar daarna volg ik jullie weer op de voet! Blijf vooral genieten!
Groetjes Linda

Jeroen en Tanya

Hé hallo, mooie verhalen en zeker mooie foto's! En jullie waren bang dat jullie de website niet zouden bijhouden?! da gaat volgens mij wel goed komen. Geniet van al het mooi's en dan genieten wij van al jullie verhalen. Verder geen nieuws, alles gaat goed. Liefs Jeroen en Tanya

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!