Patrick-Danielle.reismee.nl

Chitwan, it's a jungle outthere

Dit is het bekendste nationale park van Nepal en wordt ook veel bezocht. Er leven neushoorns, olifanten, beren en tijgers en nog allerlei andere spannende dieren. We hebben twee nachten in het park zelf geboekt en één nacht in het dorpje aan de rand van het park. We belanden in Jungle Island resort op een riviereneilandin de Narayani rivier. Dit eiland blijkt al zo groot te zijn, dat we het niet eens verlaten om wild te zoeken. We doen van alles: wandelen, varen en ook olifantensafari's. Helaas blijkt wild in de jungle wederom moeilijk te spotten. Zonder gidsen vinden we sowieso niets, maar ook met gids is het geluk hebben. We hebben leuke en goede gidsen (Hom en Hema). Ze zijn erg enthousiast en vertellen graag en laten je heel graag vanalles zien. We genieten het meest van de olifantensafari's. We hebben in Thailand ooit al eens op een olifant gezeten, maar dat was niets vergeleken dit. Dit is geweldig. We moeten (urenlang) met z'n vieren in een houten bakje (tja comfortabel is wat anders) en de mahout zit in zijn nek om de olifant te besturen. De olifant vindt zijn eigen weg en waar geen pad is, maakt hij er één. Machtig mooi, om te zien hoe zo'n beest te werk gaat. We zijn allemaal onder indruk. Zoveel kracht en geweld en toch zo beheerst. Langs de rivier is de grond wat zachter, daar is zo'n 6-tonner wat voorzichtiger. Hij wil wel zeker weten dat de grond hard wordt onder zijn poezelige voetjes. Meestal voelt hij eerst met de slurf, plaatst zijn voet voorzichtig totdat er vaste grond is en verplaatst dan pas zijn gewicht. Zijn achterpoten zet hij altijd precies in de voetstap van zijn voorpoten. Staat er een boompje in de weg, dan duwen we die toch gewoon opzij. Wanneer we een keer met twee olifanten op pad zijn, kan de grote er niet doorkomen, dan maakt het kleintje eerst een doorgang en dan volgt de grotere. Het lijkt soms alsof de olifant vergeet dat wij nog op zijn rug zitten, waardoor het een echte safari is: bukken voor takken, uitkijken voor doorns, benen intrekken voor boomstammen enzovoorts. Mahouts blijven hun hele leven bij dezelfde olifant en kennen het dier door-en-door en gaan er ook liefdevol mee om. Naar onze mening zouden ze wat minder met die stok op hun hoofd moeten tikken, maar ja, ik heb nooit op olifantentrainingscursus gezeten, dus wat kan ik er van vinden. We zien vooral hoe goed ze luisteren, wanneer ons bakkie scheef is gezakt. Dit moet weer hersteld worden, maar dat gaat niet als wij erin zitten. Bij het instappen, maken we gebruik van een soort vliegtuigtrap, maar die is er midden in het bos natuurlijk niet. Dus moet de olifant knielen (al een belevenis op zich voor ons in het bakkie) en klimmen we eruit, glijen over zijn kont en staan op de grond. We zien hoe de mahout de olifant laat uitademen, zodat hij de banden kan aantrekken. De olifant laat hem via zijn slurf opstappen en werkt echt aan alle kanten mee om het bakkie weer recht te krijgen. Dan moeten wij er weer op. Tja, hoe stap je op een olifant. Nou dat beestje knielt weer en steekt zijn achterpoot naar achter. Je stapt op zijn poot, op zijn staart en op zijn kont en klimt in het bakkie, simpel toch? Geweldige ervaring, kan op mijn CV als competentie: 'kennis en kunde m.b.t. opstijgen van een olifant'.

In het park trekken we twee dagen op met Frank en Jacqueline, een Nederlands stel dat een half jaar aan het rondtrekken is. We zijn een beetje jaloers, want wij zijn immers al over de helft. Zoals gezegd, zien we weinig wild, maar treffen bij een junglewalk, toch een mooie neushoorn aan. Omdat we in de buurt zijn van een groep die een olifantensafari doen, kunnen we tussen de olifanten staan en kunnen we heel dicht bij staan. De olifanten maskeren onze geur en geluiden en indien nodig kunnen ze een buffer vormen. Tijdens een andere wandeling zien we nog twee neushoorns, maar die zijn zo ver weg dat Patrick zelfs vraagt: 'waar staan we naar te kijken?'. We kunnen ook niet dichterbij komen, omdat de neushoorns ons al opgemerkt hebben en de gidsen willen ons dan niet in de buurt van de beesten hebben.

Tijdens de laatste olifantensafari vraagt de mahout of ik de olifant wil besturen. Ik denk eerst dat hij een grapje maakt, maar nee, het mag echt. Nou dat hoef je mij niet twee keer te vragen. Ik klim vanuit de bak in zijn nek, zet mijn voeten achter tegen de oren en 'juu' rijden maar. Leuk, leuk, leuk, ja zo krijg je mij wel tevreden.

Als de olifanten vrij zijn, mogen ze op een ander riviereiland los rondlopen. Wanneer ze hier van terugkomen, zitten ze onder de modder en moeten ze natuurlijk gewassen worden en je raadt het al... dat mogen wij doen. Hoe toeristisch wil je het hebben, maar het is zo leuk. Dus hup bikini aan en het water in. Geweldig met die grote beesten die toch zo voorzichtig zijn. Ik mag op zijn rug klimmen en moet aan zijn oren vasthouden, hij gaat staan en voordat ik het weet spuit de olifant mij nat. Patrick aarzelt nog, maar mijn enthousiasme werkt aanstekelijk en na enige aanmoediging klimt ook hij in de nek van de olifant en wordt ook hij gedoucht. De meeste mensen komen alleen kijken en komen het water niet in, mooi, des te meer olifanten voor mij om te wassen. Ik denk dat e uitstand uit zal wijzen dat ik meer gewassen ben dan de olifant, maar uit eindelijk zijn ze allemaal weer schoon.

Overigs brengt een jungle soms meer dieren dan je wenst. Er werd gewaarschuwd dat er soms ongenode gasten op je kamer kunnen zitten in de vorm van slangen of insekten. Echter, wij troffen wat anders. Patrick kijkt eens goed rond in ons hutje en vind muizenkeutels (denkt hij) en hij kijkt verder en roept verschrikt: 'gatverdamme, er zit een rat'. Nu ben ik al aardig gewend aan al die ratten in Azië, maar ik wil er verdorie geen op mijn kamer. Maar helaas is de stroom al uit (we hebben slechts elektriciteit van 18 tot 21 uur) en we moeten hem met een zaklamp op sporen. Ik roep er één van de medewerkers bij, maar die is niet erg onder indruk. Hij geeft mee een tak en zegt: 'they are not dangerous, just hit with this stick your bed and he wil stay away'. Ja, ja, maarre......ik wil geen rat op mijn kamer! Dus ik zit heel heldhaftig op een stoeltje buiten ons hutje te wachten of ik de rat naar buiten zie komen, terwijl de medewerker en Patrick binnen op rattenjacht gaan. Op een gegeven hoor ik een oerkreet van Patrick: de rat bleek tegen zijn been opgeklommen te zijn, maar omdat het donker is, had Patrick dat uiteraard niet gezien, maar voelt ineens dat beest(je) op zijn benen. Daarna is de rat naar buiten gevlucht. Patrick en ik hebben vervolgens de kamer helemaal gecheckt (met het zaklampje), alle gaten dichtgestopt, nog een keer gecheckt en hebben geprobeerd te gaan slapen. Enne.... Ik weet wel dat zo'n beestje waarschijnlijk helemaal niets doet en banger van mij is, dan ik van hem, maar toch.....

Na afscheid genomen te hebben van Jungle Island Resort (met name van de gidsen Hom en Hema en natuurlijk ook van Frank en Jacqueline), zetten we koers naar Sauraha, een toeristendorpje aan de rand van Chitwan. We hebben hier nog een nachtje een hotel geboekt. Omdat we zo enthousiast waren over de olifantensafari's willen we er hier ook nog eentje doen, om een ander deel van Chitwan te verkennen. Je kunt safari's boeken bij de private club en bij de overheidsclub, maar dat waren wij eigenlijk vergeten en de man van het hotel had iets geregeld voor ons. Het blijkt de private club te zijn, maar helaas blijkt dit van een hele andere orde te zijn, dan we in Jungle Island Resort. De mahouts zijn veel agressiever tegen hun olifanten. De olifant bukt soms zelfs voor de stokslagen die hij krijgt. Verder zit de mahout rustig te kletsen en te bellen en wijst af en toe een hert aan. De omgeving is schitterend, we zien veel herten, krokodillen en vele sporen, maar helaas geen neushoorns.

Ach, we weten nu dat we een goede keuze hadden gemaakt om twee nachten in het park te verblijven. We zullen het dan ook altijd iedereen aanraden, om hier wat extra's aan uit te geven. Al met al een heerlijke ervaring, een schitterend park en fantastische mensen.

Vanuit Chitwan willen we richting Bardia Nationaal Park, maar dat ligt nogal afgelegen ten opzichte van de overige plekken die de meeste toeristen bezoeken. Dit houdt automatisch in dat het al wat lastiger reizen wordt. We besluiten de route in twee dagen te doen en het eerste traject richting Butwal af te leggen.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!